1952 Galerie ‘t Center, Den Haag
1960 Galerie Liernur, Den Haag
1961 Galerie Margaretha de Boevé, Assenede, België
1961 Rotterdamse Kunststichting, Expositiezaal Zuid, Rotterdam
1964 Galerie Delta, Rotterdam
1964 Galerie Wiegman, Schiedam
1966 Stedelijk Museum Amsterdam
1966 Galerie Arta, Den Haag
1966 De Bijenkorf, Den Haag
1966 Theater ‘t Swin, Zwijndrecht
1966 Dorpshuis, Alblasserdam

1968 Nieuwe Doelen, Gorinchem
1969 Rotterdamse Kunststichting, Tentoonstellingszaal De Doelen, Rotterdam
1969 Galerie Arta, Den Haag
1969 Nedlloyd Galerie, Amsterdam
1970 Galerie Bint, Dordrecht
1971 Galerie Van Hulsen, Leeuwarden
1972 Galerie De Welle, Sommelsdijk
1972 Galerie Arta, Den Haag
1972 Rotterdamse Kunststichting, Tentoonstellingszaal De Doelen, Rotterdam
1972 Het Kapelhuis, Amersfoort
1972 Galerie Nouvelles Images, Grafiekzaal, Den Haag
1973 Galerie Nouvelles Images, Den Haag
1973 Galerie De Rietstal, Arnhem
1974 Galerie De Eik, Ridderkerk
1975 Galerie Van Hulsen, Leeuwarden
1976 ABN Galerie, Amsterdam
1977 Galerie De Hoeve, Venlo
1978 Galerie Margreet Huisman, Dordrecht
1979 Galerie Balans, Amsterdam
1980 Galerie Nouvelles Images, Den Haag
1981 AMRO Bank, Rotterdam
1983 Galerie Nieuw Rotterdams Peil, Rotterdam
1985 Galerie Kunst+, Gouda
1986 Galerie W.P., Rotterdam
1987 Galerie Draaipunt, Rotterdam
1989 Galerie Van Mourik, Rotterdam
1991 Galerie Van Mourik, Rotterdan
1992 Pulchri Studio, Den Haag
1994 Nationaal Onderwijs Centrum, Rotterdam
1998 Centrum Beeldende Kunst, Rotterdam
1999 Galerie Art Selection, Rotterdam
2000 Galerie Vlaanderen, Rotterdam
2008 Centrum Beeldende Kunst, Rotterdam




midden achter broer Bert




“Het stramien moet zijn als een ademhaling. Je moet er fluiten, schreeuwen, hijgen mee kunnen uitdrukken”. In het beeldend werk van De Waart komt zo’n uitspraak tot leven. Niet alleen in de beelding, maar ook in de techniek, die voor hem meestal de aanleiding vormt voor het testen van beeldende ideeën die hij al tekenend ontwikkelt, heeft hij het vermogen een scala van emoties te laten stollen. Daarin zijn begrippen als drama, spanning, plezier en een stille symbiose van materie en illusie van toepassing. Het werk, dat wordt gepresenteerd heeft daarvan een aantal kenmerken die ik aan de hand van de objecten wil signaleren. De zogenaamde vensters vormen in feite beweeglijke lijsten die zich van uiterst dun tot klonterige dikte gedragen. Vanuit die lijsten bewegen zich deze min of meer organische vormen naar binnen of ze komen van binnen naar buiten, ontmoeten of overlappen elkaar. Dat is fascinerend om te zien. Het is alsof beeld na beeld niet door het vierkant zijn bepaald, maar gegroeid zijn op die abstractie van de geometrie. Het zijn organismen geworden die het denkbeeldige vierkant overwoekeren en zich manifesteren als zelfstandige organen. Deze groeien onder zijn handen met een tekening in zijn hoofd als aansturing van het ambachtelijke proces. De wijze van maken is in het eindproduct zichtbaar. De uiterst dunne papiertjes bepalen de textuur van het object. Het levert een levendig oppervlak op dat tot aanraken nodigt, doe je dat, dan blijkt dat het keihard is. De textuur is niet de eindafwerking. Alle objecten hebben een coating die de vormen kleurt, soms de zelfstandigheid van bepaalde vormen in een object benadrukt of de contrasten tussen vormen opvoert. Soms is de kleur een verwijzing naar een materiaal zoals in het enige gesloten reliëf dat hier aanwezig is, Het lijkt van zink te zijn vervaardigd. Deze objecten van papier-maché ogen zwaar, maar zijn verraderlijk licht. De coatings voegen aan deze merkwaardige ervaring nog een illussie toe. Zo zijn deze werken niet alleen plastisch, maar ook schilderkunstig. Deze dubbelzinnigheid is een intrigerend deel van de werking die ze hebben op ons schouwend oog. Hier hangt een thema in vele variaties. Uitgewerkt in tientallen tekeningen en ruim twintig objecten. Ze bevolken deze ruimte met beheerste emotie en met een organisch associatieve vormentaal. Ze zijn helder gekleurd, dan wel zwart of stevig, metaalgrijs. Daardoor versterken ze enerzijds hun aanwezigheid in de ruimte, anderzijds worden ze deel van een illusoire wereld. Ze dragen de sporen van het maakproces, die laten zien, hoe gevoelvol een ambachtelijke functie kan worden beoefend en door de beschouwer kan worden nagevoeld. Alles bijeen laat Guido de Waart zien, dat hij een thema met de titel “Windows” tot een rijk beeldend geheel kan maken. Er is in deze beweeglijke en soms stromende vormen veel af te lezen en waar te nemen. Door zijn objecten achteraf van namen te voorzien, geeft hij de sfeer aan waarin hij ze beschouwd wil hebben. Hier zijn een paar namen: Swinging window, Outlook, Transformation, Open diamond, Neighbours, Rear window.
Speech van Hein van Haaren op 6 februari 1998, ter gelegenheid van de opening van een solotentoonstelling in het Centrum Beeldende Kunst Rotterdam.